Menu   Email

Regelement voor de Konijn-Hop

BRENGT MENS EN DIER DICHTER BIJ ELKAAR

<-----------Klik op het symbool om het navigatiemenu Happy Hoppers NL Team te openen.-----------
1 / 8
..
2 / 8
..
3 / 8
..
4 / 8
..
5 / 8
..
6 / 8
..
7 / 8
..
8 / 8
..

Hierboven zie je foto`s van onze Top-Hoppers.







Algemeen

Dit voorlopige wedstrijdreglement van KLN heeft als doel om bezigheden voor de jeugd te bevorderen en tentoonstellingen interessanter te maken. Het reglement is als advies door de KLN-commissie Konijn-Hop opgesteld en door de KLN hoofdbestuursvergadering d.d. 3 september 2013 bekrachtigt. De Konijn-Hop sport is in eerste instantie bedoeld voor de jeugd, maar ook volwassenen zijn van harte welkom. Alle deelnemers moeten evenwel lid zijn van KLN. Daar waar in deze bepalingen sprake is van de vrouw, wordt ook de man bedoeld. Omgang met het konijn Bij het opstellen van dit reglement staat het welzijn van de konijnen voorop. Het primaire doel van de wedstrijden is plezier en beweging voor mens en dier.

Artikel 1 Deelnemers: 1.1. Alle deelneemsters dienen zich sportief te gedragen en zich respectvol op te stellen tegenover de organisatie en andere deelneemsters. De deelneemster heeft het oordeel van de scheidsrechter te accepteren indien deze conform de regels zijn genomen. (zie ook nr. 28)

1. 2. Bij plaatselijke, provinciale en nationale wedstrijden is de minimum leeftijd van de deelneemster 9 jaar. Aan demonstraties bij verenigingen, geen wedstrijden zijnde, mogen kinderen vanaf 6 jaar deel nemen.

1.3. Scheidsrechter en wedstrijdleider mogen een deelneemster van de wedstrijd uitsluiten als zij grof en onvriendelijk omgaat met haar konijn.

1.4. Het konijn en haar begeleidster zijn één team. Daarom is het niet toegestaan tijdens een wedstrijd, welke uit meerdere passages bestaat en waar punten in elke passage kunnen worden behaald, haar konijn aan een andere begeleidster over te laten. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden

1.5. De deelneemster wordt bij een tweede waarschuwing gediskwalificeerd als de deelneemster van helpers of publiek hulp aanneemt. Voorbeelden van hulp zijn: - het aangeven van de positie van de tegenpartij bij een duel; - het aangeven van de juiste weg bij een hindernisparcours of dergelijke. Als een andere deelneemster hulp biedt, wordt deze na een tweede waarschuwing ook gediskwalificeerd.

1.6. De deelneemster mag de baan of het hindernisparcours pas betreden en de startpositie innemen nadat deze door de scheidsrechter is vrijgegeven.

1.7. Deelneemsters, die zonder geldige reden niet binnen 60 seconden na de eerste oproep tot deelname aan de start verschijnen, worden van deze start uitgesloten.

Konijnen: 1.8. Bewijs van de identiteit van het konijn: De identiteit moet aan de hand van het startboek eenvoudig te herkennen zijn door een officieel KLN oormerk of een foto van het konijn met een duidelijke beschrijving van uiterlijke kenmerken. Het startboek moet voor aanvang van de wedstrijd door de wedstrijdleiding worden gecontroleerd.

1. 9. Alle raskonijnen en kruisingen mogen deelnemen aan wedstrijden als de identiteit duidelijk is vastgelegd in het startboek. Voor zover voor konijnen op shows en wedstrijden veterinaire eisen gelden, moet het bewijs daarvan aan de organisatie overlegd worden middels een officiële aantekening van een dierenarts in het startboek of middels een in het startboek geplakte kopie van een gemeenschappelijk

entbewijs. 1.10. Het konijn moet minimaal 5 maanden oud zijn om aan een wedstrijd of openbare demonstratie te mogen deelnemen.

1.11. Konijnen met een zichtbare ziekte of aanwezigheid van parasieten worden door de scheidsrechter of wedstrijdleiding van de wedstrijd uitgesloten. Voor de wedstrijd vindt een gezondheidscontrole plaats. Zogende en drachtige voedsters mogen niet aan demonstraties of wedstrijden deelnemen. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 3

1.12. De konijnen worden op de wedstrijdbaan altijd aan de lijn gehouden zodat de deelneemster het konijn bij een gevaarlijke situatie snel adequaat kan hanteren. (uitgezonderd bij het vrije springen)

1.13. Er is maar één tuigje per konijn toegestaan. Een halsband zonder geïntegreerde borstriem is niet toegestaan. Als het tuig tijdens een passage wegglijd zodat het konijn ernstig gehinderd wordt, mag het tuig weer goed omgedaan worden. De tijdmeting wordt hierbij niet stop gezet. De passage wordt voortgezet vanaf het punt, waar het probleem was ontstaan.

1.14. De lijn moet aan de borstriemen van het tuigje bevestigd zijn. De Lijn mag het konijn tijdens de sprong over de hindernis niet hinderen. Als het konijn springt, moet de lijn onafhankelijk van de lengte, los gehouden worden. De hand van de begeleidster mag, op het moment dat het konijn springt, alleen met een slappe lijn boven het konijn gehouden worden. De lijn mag niet van elastisch materiaal vervaardigd zijn. Ook zogenoemde rollijnen zijn niet toegestaan. De lijnlengte moet minimaal 200 cm bedragen. De deelneemster mag op de baan niet achter het konijn lopen.

1.15. De konijnen moeten zich uit eigen en vrije wil over de baan bewegen en evenzo over de hindernissen springen. Ze mogen alleen met de handen vooruit gestuurd worden. Het gebruik daarbij van de voeten is niet toegestaan. Ook is het trekken aan de lijn en het optillen van het konijn aan de lijn niet toegestaan. De lijn mag uiteraard ook niet als zweep gebruikt worden. Het konijn mag niet door stampen of luidruchtig gedrag geïrriteerd of opgejaagd worden.

1.16. Het konijn mag niet aan rug of nekvel opgetild worden en ze mogen ook op geen andere manier mishandeld worden. De konijnen moeten onder de buik opgetild worden en door tevens in één greep de oren en het nekvel vast te houden, gezekerd worden tegen wegspringen en vallen. Dat geldt altijd, zowel thuis als voor, tijdens en na de wedstrijd.

1.17. Het konijn mag niet zonder oppas en toezicht in de wedstrijdomgeving achter gelaten worden. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 4 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden

Artikel 2 Wedstrijdregels en scoren:

2.1. De wedstrijdregels worden voor aanvang van de wedstrijd door de scheidsrechters aan de deelneemsters uitgelegd.

2.2. De tijd voor een passage op een rechte baan of op het parcours is maximaal 2 minuten. Bij het overschrijden van deze tijd wordt voor elke 15 seconden meer een extra fout toegerekend. De maximale extra doorlooptijd mag echter niet langer dan 30 seconden boven de basistijd van 2 minuten duren.

2.3. Bij een gelijk aantal fouten wint het konijn dat de baan in de snelste tijd doorlopen heeft. Bij een gelijk aantal fouten en gelijke tijd zal een herhaling plaatsvinden voor de gelijk geëindigde deelnemers.

2.4. Het konijn mag uit een omgestoten hindernis getild worden, zonder dat daarvoor een extra fout wordt toegerekend. Het konijn moet dan weer daar neergezet worden, waar het waarschijnlijk geland zou zijn.

2.5. Hindernissen,welke foutief zijn opgebouwd, door een voorgaand team omgegooid of duidelijk zichtbaar door de wind en andere trillingen zijn om of afgevallen, worden als een foutloze sprong gerekend.

2.6. Het volgende geldt als een fout:

• Af of omstoten van de hindernis/ hindernisstangen door het konijn (behalve de start en finishhindernis).

• Af of omstoten van de hindernis/ hindernisstangen door het touw, de hand, knie of voet van de deelneemster.

• Het schuin over de hindernis springen en dan de baan verlaten.

• Het tillen van het konijn over elke intacte hindernis

• Lichte correcties met de hand: 3 correcties worden als één fout gerekend

• Een valse start. • Tijdsfout als de basis doorlooptijd wordt overschreden.

2.7. Bij de volgende handelingen, welke een mogelijke diskwalificatie tot gevolg hebben, moet door de scheidsrechter een waarschuwing gegeven worden:

• De lijn wordt foutief gehouden en belemmert het konijn bij het springen. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 5

• Het konijn wordt aan de lijn opgetild of er wordt aan de lijn getrokken

• De deelneemster stapt over het hindernis (behalve start- en doelhindernis)

• De deelneemster en konijn bevinden zich al voor de oproep naar de start op de baan.

• De deelneemster verschijnt niet tijdig bij de start.

• Nadat het konijn over de hindernis getild wordt, zet de deelneemster het konijn niet neer op het punt waar het waarschijnlijke geland zou zijn maar direct achter de hindernis waar het overheen getild werd (wegens het voordeel van een langere aanloop).

2.8. Het volgende heeft diskwalificatie van de betreffende discipline tot gevolg:

• De maximale tijd is overschreden

• Foute looprichting op de baan

• Herhaalde valse start in de zelfde passage

• Het konijn heeft de baan verlaten (met beide voorpoten van de baan).

• Het konijn neemt een hindernis terwijl deelneemster de lijn niet vast heeft.

• Het konijn wordt aan de lijn over de hindernis getild.

2.9. De volgende wedstrijdregels moeten, afhankelijk van het deelneemstersaantal, door de organisator vastgelegd worden.

1. Eén passage met aansluitende finale( Bij veel ingeschreven konijnen). - De konijnen die niet meer dan de vooraf vastgelegde fouten hebben gemaakt, gaan na de eerste passage door naar de finale. - De behaalde plaats wordt bepaald door de gemaakte fouten in de finaleronde. - Bij gelijk aantal fouten is de snelste tijd doorslaggevend.

2. Twee passages voor alle wedstrijden met tijdschema in de 2e ronde (bij een normaal aantal konijnen). Bij gelijk totaal aantal fouten in beide passages telt de snelste tijd in de tweede ronde boven de betere plaats. 3. Als er weinig konijnen zijn, dan kunnen in plaats van 1 passage, ook 2 passages met een vooraf vastgesteld Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013

6 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden maximaal aantal fouten beslissend zijn boven de deelname aan een aansluitende finale.

4. Als de organisator voor een derde passage besluit, dan wordt volgens de volgende richtlijnen gehandeld: - Drie passages met tijdschema voor elke passage. - Bij gelijke aantal totaalfouten in de drie passages is de snelste gezamenlijke tijd uit allen drie passages maatgevend voor de beste plaats

5. Voor elke toernooi geldt dat een deelneemster in elke klasse met maximaal 3 konijnen mag starten. Artikel 3 Correcties 3.1. Bij het vaststellen van correcties is een beslissing van een scheidsrechter bindend. In het algemeen kan men van een correctie spreken, als de deelneemster opzettelijk voor een hindernis invloed uitoefent op haar konijn, om zo een betere springpositie te kunnen innemen. Zo’n handeling is bijvoorbeeld een correctie. Dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn:

• De deelneemster loopt met opzet voor de hindernis een klein rondje, zodat het konijn schuin aankomt en door dit kleine rondje een betere aanloop heeft.

• De deelneemster houd het konijn voor de hindernis duidelijk tegen om te voorkomen dat het de hindernis er afstoot.

• De deelneemster neemt het konijn terug nadat het langs een hindernis wil lopen of van de baan af wilde lopen.

• Het touw wordt boven de hindernis niet los gehouden

• Het konijn wordt met de lijn terug getrokken of opgetild.

• De deelneemster laat het konijn voor de hindernis schrikken door stampen of schreeuwen.

3.2. Bezwaren tegen beslissingen van de scheidsrechter moeten in principe direct na de passage van de betreffende wedstrijd bij de scheidsrechter worden ingediend. Dat moet op een sportieve en vriendelijke wijze gebeuren. Bezwaren betreffende de parcoursopbouw, afstanden tussen de hindernissen, baanbreedte en dergelijke kunnen schriftelijk tot 4 weken na de wedstrijd worden ingediend bij de geschillencommissie en juridische afdeling van KLN. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 7

Artikel 4 Arbitrage regels (Bezwaren, klachten en protest)

4.1. Protest 1. Het recht om beroep aan te tekenen heeft iedereen, die door een schending van de wedstrijdregels en bepalingen of door een scheidsrechterbesluit is benadeeld.

2. Bij een beslissing van een scheidsrechter kan alleen dan van benadeling sprake zijn, als de overtreding een mogelijk hogere klassering of hogere geldprijs in de weg staat.

3. Een protest kan niet gebaseerd worden op beslissingen van een scheidsrechter, die naar eigen goeddunken onjuist heeft besloten, behalve als er sprake was van misbruik van zijn positie.

4.2. Beklag

1. Het protest moet tegen diegene aangetekend worden, die van overtreding tegen de wedstrijdregels of bepalingen wordt beschuldigt.

2. Bij bezwaar tegen de beslissing van een scheidsrechter, moet protest aangetekend worden bij de organisatie.

4.3. Beroepsprocedures

1. Van toepassing zijn de scheidsrechterregels van KLN.

2. Een protest moet schriftelijk worden ingediend. In het protest moet zowel de klacht als de reden voor die klacht genoemd zijn. Klachten mogen alleen via de organisatie ingediend worden. Als de organisatie het geschil niet in de minnen kan schikken, wordt het protest verder geleid naar de geschillencommissie van KLN.

4.4. Termijnen

De termijn om beroep aan te tekenen eindigt:

1. Met het begin van de wedstrijd als de reden voor het beroep al vooraf bekend was,

2. Een half uur na de klassering, als de overtreding tijdens de wedstrijd is gepleegd of als het resultaat wordt aangevochten,

3. In andere gevallen na een week.

4.5. Schikking in de minne

Tijdens de wedstrijd moet de organisator in overleg met de scheidsrechter nagaan of het bezwaar in de minne geschikt kan worden, ook als de organisator de aangeklaagde is. Als een schikking Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013

8 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden in de minne niet mogelijk is, dan moet de klacht onverkort aan de geschillencommissie van KLN gericht worden.

Artikel 5 Klassenindeling (moeilijkheidsklassen)

5.1. Iedere wedstrijddeelneemster mag maar met maximaal 3 konijnen in een klasse starten (dit om te voorkomen dat te veel deelneemsters alleen in de lichte klasse starten).

5.2. In de lichte klasse zijn maximaal 50 konijnen per toernooi toelaatbaar.

5.3. Wedstrijdbanen zijn in beginsel recht maar kunnen om ruimte te besparen in een rechthoek, L- of U-vormig opgebouwd worden.

5.4. Rechte hindernissen baan (of ruimtebesparende vorm):

Elite klasse (EK):

- 14 hindernissen,

- 220 cm afstand tussen de hindernissen

- Max. hoogte 45cm

- Min. 3 versprongen, max. 70 cm lang

- Waterhindernis 25 cm breed en 6 cm hoog (diep).

Zware klasse (ZK):

- 12 hindernissen,

- 200 cm afstand tussen de hindernissen

- Max. hoogte 40cm

- Min. 3 versprongen, max. 55 cm lang

- Waterhindernis 25 cm breed en 6 cm hoog

Middelzware klasse (MZK):

- 10 hindernissen,

- 200 cm afstand tussen de hindernissen

- Max. hoogte 35cm

- Min. 2 versprongen, max. 40 cm lang

- Waterhindernis 25 cm breed en 6 cm hoog

Lichte klasse (LK):

- 8 hindernissen,

- 180 cm afstand tussen de hindernissen

- Max. hoogte 25cm

- Min. 1 versprongen, max. 25 cm lang

Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013

Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 9

5.5. Hindernissenparcours met genummerde hindernissen (Zoals bij de paardensport met genummerde hindernissen )

Elite klasse (EK*):

- 16 hindernissen

- 220 cm afstand tussen de hindernissen - hoogte 45cm

- 3 versprongen, max. 70 cm lang

- Waterhindernis 25 cm breed en 6 cm hoog

Zware klasse (ZK*):

- 14 hindernissen,

- 200 cm afstand tussen de hindernissen - Max. hoogte 40cm

- Min. 3 versprongen, max. 55 cm lang

- Waterhindernis 25 cm breed en 6 cm hoog

Middelzware klasse (MZK*):

- 12 hindernissen,

- 200 cm afstand tussen de hindernissen

- Max. hoogte 35cm

- Min. 2 versprongen, max. 40 cm lang - Waterhindernis 25 cm breed en 6 cm hoog Lichte klasse (LK*): - 8 hindernissen, - 200 cm afstand tussen de hindernissen - Max. hoogte 25cm - 1 versprong, max. 25 cm lang Bij elke vorm van het hindernissenparcours moet de afstand tussen de hindernissen tenminste zo groot zijn als de minimumafstand op de rechte baan. Artikel 6 Speciale Konijn-hopwedstrijdvormen 6.1. Puntenspringen (Ptnsp) Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 10 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden Voor het puntenspringen wordt met 10 hindernissen een cirkelvormig parcours opgebouwd. Afhankelijk van het springvermogen van het konijn is de hoogte van elke hindernis 25 of 35 cm. Het aantal hindernissen dat het konijn in 1 minuut foutloos neemt zijn bepalend voor zijn klassering. Hindernissen die niet foutloos zijn genomen moeten direct weer opgebouwd worden. De tijd gaat in met het startcommando van de scheidsrechter. Het konijn mag niet aan een hindernissen voorbij lopen. Het konijn dat na drie passages de meeste hindernissen foutloos genomen heeft, heeft gewonnen. Tussen twee afzonderlijke passages moet het konijn minimaal een pauze van 10 minuten krijgen. 6.2. Parallelspringen (Psp) Bij het parallelspringen worden twee hindernisbanen parallel aan elkaar opgebouwd, waarbij elke baan tenminste 10 identieke hindernissen heeft. Er springen altijd twee konijnen tegen elkaar. De winnaar krijgt dan 1 punt en de verliezer 0 punten. Elk konijn moet tegen elkaar starten. Daarbij kan elke begeleider slechts met één en het zelfde konijn aan de wedstrijd deelnemen. Het konijn met de meeste pluspunten heeft tenslotte gewonnen. Afhankelijk van het springvermogen van de deelnemende konijnen, worden de hindernissen op 25cm of 35 cm hoogte gelegd. Bij heel veel deelneemsters kan de wedstrijd ook volgens het knock out systeem plaatsvinden. Dat wil zeggen, elke verliezer is uit de wedstrijd. Tussen de afzonderlijke passages moet het konijn een pauze van tenminste 10 minuten krijgen. Er moet minimaal één scheidsrechter per afzonderlijke hindernisbaan ingezet worden. 6.3. Classificeringsspringen (Csp) Classificeren gebeurt in drie passages met 10 hindernissen. Behalve het aantal en de hoogte van de hindernissen gelden de regels van de rechte baan. In de eerste passage zijn de hindernissen 25cm hoog, in de tweede passage 30cm en in de derde passage 35cm. Alleen konijnen die niet meer dan drie fouten hebben gesprongen, gaan door naar de volgende kwalificatieronde. Tot en met de 2e passage is het alleen van belang dat het konijn steeds niet meer dan 3 fouten maakt en de maximale doorlooptijd niet overschreden wordt. De uiteindelijke klassering wordt bepaald in de 3e passage waar naast de fouten ook de tijd genoteerd wordt. Winnaar is het konijn met de minste fouten. Bij gelijk aantal fouten, is de snelste tijd bepalend. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 11 Tussen de passages moeten de konijnen een pauze van minimaal 10 minuten gegund worden. 6.4. Vrij springen (niet aangelijnd) (Vsp) Bij het Vrij springen mogen de konijnen zonder lijn springen. Hiervoor moet het parcours zo afgezet worden met een minimaal 60 cm hoge afscheiding zodat de konijnen het parcours niet kunnen verlaten. De scheidsrechter moet voor het begin van de wedstrijd controleren of de afzetting van het parcours voldoende is om te voorkomen dat de konijnen kunnen ontsnappen. 6.5. Cup-springen (Cupsp) Organisaties kunnen een CUP-springen organiseren. Het Cup-springen wordt in het kader van klassificatiewedstrijden gehouden. Hiervoor start men voor elke startklasse in zowel de rechte baan als het hindernissenparcours met hetzelfde konijn. De cup is in twee disciplines in de van toepassing zijnde springklasse te winnen op zowel de een rechte baan als de overeenkomstige springklasse op het hindernissenparcours (voorbeeld: lichte klasse rechte baan en lichte klasse hindernisparcours). De beoordeling in deze disciplines gebeurd eerst afzonderlijk. De uiteindelijke beoordeling vindt plaats door de eindresultaten van het konijn in beide wedstrijden (tijd en fouten) bij elkaar op te tellen. Konijnen die de finaleronde niet bereiken, kunnen niet aan de Cup-beoordeling deel nemen. Artikel 7 Startklassen 7.1. Alvorens een konijn bij een openbare wedstrijd mag starten, moet de leider van de Konijn-Hop trainingsgroep de correcte startklasse voor het konijn vaststellen. Tussen de startklasse voor de rechte baan en het parcours mag maximaal één klasse verschil zijn, dit om te voorkomen dat het konijn te zwaar belast wordt en geen te hoge ambitie ontstaat bij de eigenaar. Een diervriendelijke behandeling staat in deze ook voorop. De vastgestelde startklasse moet eenduidig in het startboek aangegeven worden. 7.2. Ter voorbereiding op het deelnemen aan wedstrijden volgens de officiële wedstrijdvoorwaarden in de algemene klassen, kunnen Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 12 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden organisatoren een voorbereidingsklasse uitschrijven. Aan deze klasse kunnen kinderen in de leeftijd van 6 t/m 12 jaar deelnemen, om zo met konijn-hop onder begeleiding ervaring op te doen. Deze wedstrijd moet worden gehouden in een rechte baan met 5 hindernissen met een maximale hoogte van 15 cm. Er vinden twee passages plaats. Het konijn met de minste fouten in beide passages wint. Bij gelijk aantal fouten is de tijd uit de tweede passage bepalend. In deze klasse wordt het kind door een (tijdelijke) mentor begeleid, die het kind met advies en instructies helpt. Deze mentor is bevoegd om aan de scheidsrechter voor te stellen dat de deelneemster moet stoppen of een passage afbreken en mag in noodgevallen ingrijpen. De mentor wordt door de Konijn-hop-leiding van de vereniging ingezet en moet over voldoende vakkennis inzake Konijn-hop beschikken. Pas na succesvolle deelname (minder dan 3 fouten in elke passage) kan het jeugdlid vanaf een leeftijd van 10 jaar in de algemene klassen starten. Een mentor mag tijdens wedstrijden meerdere kinderen begeleiden. De mentor mag in het leiden van het konijn ingrijpen, zodra het kind in een impasse raakt (bijv. een konijn uit een ingestorte hindernis tillen of als de lijn in een hindernis verstrikt raak e.d.) Deze voorbereidingsklasse is alleen toegestaan op interne wedstrijden en niet op regionale of landelijke wedstrijden. 7.3. Bij het Vrije springen starten de konijnen zonder de lijn. De trainer moet deze kwalificatie in het startboek hebben bevestigen. 7.4. Een konijn mag in de lichte klasse starten als het tijdens de training een volledig opgebouwde rechte baan of een parcours met niet meer dan 4 fouten binnen 90 seconden aflegt. 7.5. Een konijn mag naar de middelzware of zware klasse doorstromen, als in de te huidige klasse tijdens de training het parcours met niet meer dan 2 fouten binnen 90 seconden kan worden afgelegd en tevens in een wedstrijd in de huidige klasse maximaal 2 fouten zijn gemaakt. 7.6. Konijnen mogen alleen in die klasse starten waarvoor zij zich gekwalificeerd hebben. Ze kunnen pas op verzoek gedegradeerd worden als het konijn minstens 4 maanden niet aan een wedstrijd in de huidige klasse heeft deel genomen. Een wedstrijd voor meerdere klassen is echter ook mogelijk. Dit moet echter wel in de aankondiging van de wedstrijd (vraagprogramma) duidelijk aangegeven zijn. Zou een konijn in drie opeenvolgende wedstrijden winnaar in de Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 13 onderhavige klasse zijn, dan mag het daarna alleen nog in de erop volgende hogere klasse starten. Artikel 8 Banen en hindernissen 8.1. De banen moeten op afdoende wijze afgebakend worden. Zowel deelnemer als toeschouwers moeten aan beide zijden voldoende ruimte ter beschikking krijgen. 8.2. Bij de rechte baan moet de breedte van de afgezette ruimte tenminste 4 meter zijn. Verder moet minimaal 2 meter vrije ruimte voor de start- en achter de doelhindernis vrij gelaten worden. 8.3. De baan moet op en egale ondergrond aangelegd worden, welke niet glad mag zijn. Als de baan op een gazon gesitueerd wordt, moet het gras kort gemaaid zijn en zonder gaten zijn. Wordt de wedstrijd op asfalt, beton of in een gebouw gehouden, dan moet een tapijt of dergelijke als ondergrond dienen. 8.4. De breedte van het tapijt op de rechte baan moet tenminste 80 cm zijn. 8.5. Decoraties op de baan of aan de hindernissen mogen de deelnemers bij het passeren van de baan niet belemmeren. Als een deelnemer een decoratie omgooit, geldt dat niet als fout. 8.6. Start- en finishhindernis moeten uit twee zijpanelen bestaan met een maximale hindernishoogte van 10 cm. Het afstoten van de start of doelhindernis geldt niet als fout. 8.7. Alle andere dieren dan de aan de start geroepen dieren (ook konijnen), mogen zich niet op of bij de baan begeven. 8.8. Er moet een opwarmbaan met minstens 4 oefenhindernissen beschikbaar zijn voor de dieren die aanstonds aan de start moeten verschijnen. De opwarmbaan moet dicht bij de wedstrijdbaan liggen. Bij grote wedstrijden moeten de deelnemers zich in volgorde van de startlijst naar de opwarmbaan begeven. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 14 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 8.9. De opwarmbaan moet zo ver van de wedstrijdbaan af liggen dat wedstrijddeelnemers er niet door gestoord worden. Ook deze opwarmbaan staat onder toezicht van de organisatie. 8.10. De waterhindernis moet volledig binnen het zicht van de scheidsrechter liggen en zo niet, dan moet de sprong door een assistent gecontroleerd worden. 8.11. Op de rechte baan moet de onderlinge afstand tussen de hindernissen gelijk zijn. De afstand wordt gemeten tussen de laatste stang van de voorgaande hindernis tot de eerste stang van de erop volgende hindernis. De baan moet zodanig logisch opgebouwd zijn, dat begeleider en konijn haar makkelijk kunnen volgen. De nummering van elke hindernis moet eenduidig en duidelijk zichtbaar zijn. De baan moet zodanig ingericht zijn, dat de begeleider niet in verleiding komt om zelf over de hindernissen te stappen en moet verder zo opgebouwd zijn dat de kans, dat tijdens een passage dezelfde hindernis meer keren van één kant genomen wordt, nihil is. 8.12. De minimumafstand tussen hindernissen en omheining moet minstens 150 cm zijn. Dat geldt voor alle wedstrijden. 8.13. De maat van een hindernis is als volgt: - Hoogte = afstand tussen vloer en het hoogste punt van de bovenste stang. - Lengte = afstand tussen voorkant van de eerste stang en achterkant van de laatste. - Breedte = kleinste afstand tussen de binnenzijde van de zijpanelen van een hindernis. 8.14. De standaard breedte van een hindernis is 60 cm. De minimale breedte is 40 cm. 8.15. De hindernissen moeten zo opgebouwd zijn, dat geen risico bestaat dat een deel van de hindernis er makkelijk afgewaaid of door trillingen eraf kan afvallen. 8.16. De zijpanelen van hindernissen moeten minstens 5 cm hoger zijn dan de bovenkant van de bovenste stang en ook de waterhindernis moet voorzien zijn van zijpanelen. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 15 8.17. De onderlinge afstand tussen de opleggers voor de stangen mag maximaal 8 cm zijn, dit om te voorkomen dat het konijn uitgenodigd wordt om tussen de stangen door te springen. 8.18. Het moet mogelijk zijn dat de hindernissen van beide kanten gemakkelijk afgestoten kan worden. Vaste stangen zijn niet toegestaan. 8.19. De zijpanelen van de hindernissen moeten zo geplaatst worden dat de stangen tussen de zijstukken niet klem kunnen zitten. Bij een ongelijke ondergrond moet middels wiggen de hindernis zodanig opgevuld worden, dat de hindernis stabiel en recht staat. 8.20. Om te voorkomen dat de konijnen zich kunnen verwonden, mogen voor de hindernissen geen ongeschikte materialen toegepast zijn zoals bijvoorbeeld spijkers of schroeven als opleggers voor de stangen. 8.21. Als meerdere hindernissen tot één hindernis gecombineerd worden, mag de afstand tussen de hindernissen niet zo groot zijn, dat de konijnen in de verleiding komen om een tussenlanding te maken. Artikel 9 Toestemming en goedkeuring van de wedstrijden 9.1. Officiële wedstrijden moeten voor 1 november, voorafgaand aan het wedstrijdjaar, aangevraagd worden bij het Facilitair Bureau (FB) en behoeven haar toestemming. Voor speciale gelegenheden kunnen ook na 1 november wedstrijden aangevraagd worden en verleend worden. 9.2. Aan officiële wedstrijden mogen alle leden van KLN deelnemen. Deze wedstrijden moeten op een officiële wijze vooraf bekend gemaakt worden. Aan oefenwedstrijden bij verenigingsevenementen mogen in beperkte mate (eenmalig) ook personen deelnemen die nog geen lid van KLN zijn en kunnen naar prijzen meedingen. Bij wedstrijden met grotere deelnemersaantallen kunnen de wedstrijden opgedeeld worden voor de jeugd en volwassenen. De organisator moet dan wel duidelijk in de aankondiging aangeven bij welk deelnemersaantal de scheiding zal plaatsvinden. 9.3. De organisator is gerechtigd om bij een onverwacht groot aantal inschrijvingen het aantal startende konijnen te begrenzen, mits dit bij Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 16 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden het aankondigen van de wedstrijd (vraagprogramma) is vermeld. Daarnaast mag de wedstrijdleiding, om meer ingeschreven dieren te kunnen laten starten, de wedstrijden ook op meerdere banen laten plaatsvinden, mits voldoende ruimte, hindernissen, ambterende scheidsrechters en assistenten beschikbaar zijn. 9.4. Voor wedstrijden, die niet in de KLN reglementen zijn vastgelegd, moeten door of vanwege de organisatie zelf de regels beschreven worden. Die moeten voor de publicatie (in een vraagprogramma) door KLN commissie Konijn-hop goedgekeurd worden. 9.5. De wedstrijdleiding moet voor aanvang van de wedstrijden de vereiste specifieke goedkeuring ongevraagd aan de scheidsrechter tonen. 9.6. De organiserende vereniging is verplicht de wedstrijdresultaten tenminste 3 jaar te archiveren om na genomen besluit in een lopend geschil de resultaten te kunnen herzien. 9.7. Een verzoek voor het houden van een provinciaal of nationaal bondskampioenschap, moet minimaal 6 maanden vooraf bij het Facilitair Bureau ingediend worden. Bij het verzoek moeten tenminste de volgende gegevens verstrekt worden: - Adres en eventuele nadere plaatsaanduiding - Ontwerp(vraag)programma - De gevraagde wedstrijdklassen - De in te zetten Scheidsrechters KLN behoudt zich het recht voor om naast genoemde bondswedstrijden verder ook gelijktijdig provinciale en nationale bondstentoonstellingen te houden. 9.8. De organisator is verantwoordelijk voor de kooien en verzorging van de konijnen en bemiddeld in de accommodatie voor maaltijden en overnachting van de deelneemsters. 9.9. De organisator moet voor elk aangemeld en aangenomen konijn op basis van opgegeven ras een kooi volgens de KLN kooienlijst ter beschikking te stellen. Artikel 10 Organisatie Konijn-Hop (wedstrijd)springen Scheidsrechters Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 17 10.1. De vergoeding voor de arbitrage van een wedstrijd wordt regelmatig door KLN beoordeeld en indien nodig herzien. De hoogte van de arbitragevergoeding en de kilometervergoeding wordt naar de scheidsrechters en wedstrijdorganisaties middels officiële berichtgeving gecommuniceerd. 10.2. Nederlandse scheidsrechters moeten lid zijn van KLN en een bij KLN aangesloten plaatselijke vereniging. Ze moeten aantoonbaar beschikken over de kennis van de konijn-hop reglementen. De opleiding en examinering wordt gedaan door de opleidings en examencommissie van KLN of een andere door KLN aan te wijzen organisatie. Vanaf de leeftijd van 16 jaar kan de kandidaat toegelaten worden tot de opleiding tot scheidsrechter. De kandidaat die voor een eerste keer aan een officieel KLN examen voor Konijn-Hop deelneemt, moet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Zij moet gedurende de laatste 3 jaar natuurlijk lid zijn van KLN. Indien noodzakelijk, kan het KLN bestuur toestemming geven hiervan af te wijken. Om het lidmaatschap aan te tonen wordt een bewijs bij aanmelding bijgesloten. Dat is te verkrijgen bij de ledenadministratie van KLN. 10.3. Bij verenigingsoverstijgende wedstrijden moeten tenminste twee scheidsrechters ingezet worden. 10.4. Scheidsrechters moeten voor aanvang van de wedstrijd de wedstrijdbanen goedkeuren en de te hanteren wedstrijdregels bekendmaken. Dat ontslaat de deelneemsters niet van de plicht de reglementen te kennen en te kunnen toepassen. 10.5. Scheidsrechters zijn van deelname aan wedstrijden uitgesloten, waarvoor zij als zodanig ambterend zijn. 10.6. Scheidsrechters hebben de plicht ervoor te zorgen, dat de wedstrijdresultaten aan het eind van de wedstrijd ceremonieel bekend gemaakt worden. 10.7. Scheidsrechters moeten de wedstrijdresultaten in het startboek van de betreffende konijnen noteren. Tijdwaarneming Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013 18 Reglement voor Konijn-Hop wedstrijden 10.8. Bij manuele tijdwaarneming begint de tijdmeting als het konijn over de starthindernis springt en eindigt vervolgens, als het konijn over de finishhindernis springt. Indien een elektronische tijdregistratie aanwezig is, vindt de start en stopmeting altijd ter plaatse van de begin- en eindstang plaats. 10.9. Elke scheidsrechter dient een kwartsgestuurde stopwatch te gebruiken, waarvan vóór de wedstrijd de algehele werking moet worden gecontroleerd. Indien meer scheidsrechters aanwezig zijn, controleren zij vóór de wedstrijd ook onderling de goede werking van hun stopwatch. 10.10. Als een hindernis omwaait of iets anders gebeurd waardoor de begeleider of het konijn extra belemmerd wordt, moet de tijdmeting gestopt worden. Na het herstellen van de baan moet de deelneemster op dat punt verder gaan, waar zij waren bij het stoppen van de tijdmeting. De scheidsrechter kan naar eigen oordeel ook besluiten het onderdeel geheel opnieuw te starten. 10.11. De scheidsrechter moet 30 en 10 seconden voor het bereiken van de maximale doorlooptijd dit duidelijk aangeven aan de actuele begeleider. Parcoursdienst 10.12. Bij voorkeur worden twee of meer assistenten per baan aangewezen voor het herstellen van de hindernissen. 10.13. De hindernissen mogen pas worden hersteld, als de scheidsrechter hiervoor het teken geeft. Artikel 11 Inwerkingtreding De inwerkingtreding van dit voorlopige wedstrijdreglement van KLN vond plaats in de hoofdbestuursvergadering van KLN d.d. 3 september 2013 . Deze bepalingen zullen vervolgens twee wedstrijdjaren gehanteerd worden. Na deze periode worden ze geactualiseerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering van KLN. Reglementen Kleindier Liefhebbers Nederland – versie 2013









ahd